AKN-Clubweekend Zuidzande 2004

Een clubweekend van AKN zit altijd vol verrassingen. De aflevering van dit jaar vormde daarop natuurlijk weer geen uitzondering. Na de koffie bij Huis ten Halve konden meteen de splinternieuwe regenjacks aangetrokken worden voor de eerste etappe naar Lillo. Gelukkig hield het al na een kwartiertje op met miezeren, zodat meteen getest kon worden of ze goed ademend waren. Na de officiële opening van het nieuwe fietspad van Huybergen naar Hoogerheide waren we een van de eerste toerclubs die er gebruik van konden maken. Complimenten aan de gemeente Woensdrecht, want ze hebben er echt wat moois van gemaakt. Vanaf Zandvliet doken we het industriegebied van Antwerpen in, om zo bij Lillo te kunnen komen. Het fietspad was breed, maar ongelijk en met veel randjes en steenslag, dus was het oppassen geblazen. Na een aardig stukje kasseien bereikten we het voormalig fort van Napoleon. Helaas was er in geen velden of wegen een pont te bekennen. Het informatiebord vermeldde dan ook vrolijk dat de pont alleen op zaterdagen en zon- en feestdagen voer. Niet bepaald de informatie die Willy op het gemeentehuis had gekregen.

 Zo schijnt de pont er uit te zien…

In mijn geboorteplaats Putte hebben ze een uitdrukking die luidt: “Jij komt van Lillo zeker?” als iemand een niet zo slimme zet doet. Volgens mij heeft het vrachtverkeer wat door het havengebied ons voorbij denderde, ook af en toe gedacht dat wij van Lillo kwamen. En ze hadden nog gelijk ook! Er zat namelijk niets anders op dan via de petrochemische industrie van Antwerpen het centrum op te zoeken. Cees van Sluijs kreeg gewoon het idee dat hij op zijn werk aan het rondfietsen was, al snoven we onderweg ook geuren op die zelfs hij niet kon thuisbrengen.

 

 

home sweet home

Wel jammer van de prachtige route die Henk en Willy vanaf Doel voor ons in petto hadden. De voorbereiding en de verkenning hiervan waren voor niets geweest. Na meer dan een uur kwamen we aan bij Het Steen, waar we door de voetgangerstunnel naar de Linkeroever gingen. De meeste gingen in dit monument uit 1935 met de lift omlaag en met de roltrap naar boven.

 

de scheldetunnel in Antwerpen

Willy loodste ondertussen in de auto Anton naar Hulst. Waardoor er 22 kapiteins op het schip overbleven die hun route naar Hulst moesten zoeken. Zonder kaart en routebeschrijving duurde het al een kwartier voordat we het eens waren hoe we bij de uitgang van de tunnel verder moesten. Daarna duurde het nog ruim een uur voordat we in Hulst Willy weer op konden wachten. Je kunt namelijk op veel manieren door Hulst en uit Hulst en wij benutten natuurlijk elke mogelijkheid om extra kilometers te maken. Terwijl wij ongeveer een kilometer noordelijk van Hulst uitkwamen stond Willy een kilometer zuidelijk van Hulst.

de basiliek van Hulst

de vos Reynaerde

een van de stadspoorten

De mobiele telefoon is in zo’n geval dus echt bijna onmisbaar. Met de echte wegkapitein weer voorop ging het daarna vlot (want we hadden heerlijk oostenwind) naar Axel. Ina en Gerard gingen ons vooraf en natuurlijk kregen we van Dim opdracht om die twee vluchters snel weer in de kraag te vatten. De laatste kilometers werd het tempo dan ook even flink opgevoerd, maar het lukte ons niet om de twee voor Axel in te halen. In Axel aangekomen concludeerden we dat de koffie en de appeltaart heerlijk waren en dat er in de routebeschrijving vanaf Doel geen fout te bespeuren was geweest! De onderweg opgelopen lekke banden van Rob, Alfons en Theo waren weer gerepareerd toen we tegen half 4 vertrokken voor de tweede etappe naar Zuidzande.

Nu kon er echt volgens de route gereden worden en konden we genieten van het mooie en stille zeeuwsvlaamse landschap. Na de uren van stank, herrie en slechte wegen in het Antwerpse was dat een echte verademing. We lieten ons nu door niets meer tegenhouden; de route moest kost wat kost gevolgd worden. Toen in de buurt van Sint Laureins een weg afgezet was, werd met vereende krachten de wegbebakening even opzij gezet om de auto te laten passeren.

 wegwerkzaamheden…

Een kilometertje kasseien trok daarna de groep even wat uit elkaar, maar dat is altijd leuk voor de afwisseling (vinden sommige leden). Opvallend was dat John bij het passeren van de grens opgelucht uitriep: “Gelukkig zijn we weer in Nederland!” Dan zie je toch wat een jarenlang verblijf in het buitenland met iemand kan doen… Met uiteindelijk nog een lekke band voor Tjebbe en een voor Toine kwamen we om half 6 aan bij ons hotel. Daar werd de eindsprint onverwacht gewonnen door Henk Verschuren, vóór Rob. Na een vlotte douche in de Zwaan of in de Rode Leeuw werd het terras al snel bevolkt tot we om 19:00 uur aan tafel konden. Kees Ruyten stootte daarbij zijn knie, maar gelukkig had hij toch geen hersenschudding. Van tevoren had iedereen al aan kunnen geven of hij vlees of vis wenste en zij vegetarisch. Henk bleek wel in het verkeerde hoekje te zitten, want toen er nog een schotel over was bleek dat niet wat hij gevraagd had. Inschikkelijk als hij is nam hij dat toen maar. (Dat werd blijkbaar in de keuken meteen genoteerd, want de volgende dag overkwam hem precies hetzelfde, maar dan omgekeerd!) Op de inwendige verzorging bleek verder niets aan te merken, want het smaakte heerlijk en de voorraad frites en groente werd aan een stuk door vernieuwd. Dat niet iedereen daar altijd meteen gebruik van kon maken lag niet aan de bediening! (De tweede avond werd door het bestuur op gepaste wijze wraak genomen en waren de eersten van deze avond nu duidelijk de laatste!). Na het ijs en de koffie wordt traditioneel de spijsvertering bevorderd met een rondgang door het dorp. Jan Dinkelaar kon zijn kamer toen al niet meer terug vinden, niet door de grote hoeveelheid drank die hij genuttigd had, maar gewoon omdat hij in het verkeerde gebouw zat! Zonder de eerder op de avond bij de lampionoptocht aanwezige fanfare slaagden we er toch in hier en daar de mensen in Zuidzande vanachter hun beeldschermen te halen. Nadat we het hele dorp bekeken hadden konden we nog even onze koers uitzetten voor de rest van de avond. Blijkbaar is het dan van belang te weten waar het noorden ligt, want daar werd 10 minuten over gediscussieerd voordat het hotel werd opgezocht. Rond tien uur begon het flink te regenen en we begonnen al te vrezen voor de volgende dag. We bleven echter optimistisch. Kort voor twaalven werd Jan van Loon nog geridderd in de orde van de Rode Leeuw.

 de orde van de Rode Leeuw

Dat heuglijke feit weerhield de hotelbaas er niet van om klokslag 12 uur de bar te sluiten. Een nieuw fenomeen voor ons, maar een nachtrust van 8 uur heeft ook zo zijn voordelen!

Voor de tweede dag stond de Cathalijneroute en aansluitend een ommetje richting Damme op het programma. Natuurlijk moest er eerst ontbeten worden in De Zwaan. Daar schoven Cees van Dongen en Toon Feyns bij ons aan. Cees kwam om een dagje mee te fietsen en ’s avonds na het eten Jan Bakker weer thuis bij zijn, bijna jarige vrouw af te zetten. Toon kon, nadat hij zich te laat voor het clubweekend had aangemeld, Jan zijn plaats innemen en toch nog 2 dagen van het clubweekend meemaken. Helaas kreeg Willy het verzoek van Stien om naar huis te komen, omdat ze met haar gezondheid sukkelde. Willy ging met de fiets naar Breskens en vanuit Vlissingen met de trein naar Roosendaal. Het ontbijt was uitgebreid en prima verzorgd. En nadat Jan Dinkelaar uiteindelijk zijn kamer in het goede gebouw had gevonden konden we om 10 uur vertrekken. Ina en Dim, als kenners van de streek, wezen de route, die inderdaad zeer mooi was. In Middelburg / Eede werd door Toine net voor café De Tol lek gereden, waarna we op het terras heerlijk van 2 consumpties gingen genieten. Ondanks een enkel dreigend wolkje bleef het zonnig weer en konden we op zoek naar Damme, volgens de verhalen van Charles de Coster de geboorteplaats van Tijl Uilenspiegel.

 stadhuis van Damme

Bij het prachtige stadhuis werd er op de kaart gekeken hoe we naar Knokke konden rijden. Ina had daar namelijk vorig jaar een heerlijk ijsje op en wilde de club bij Australian daarop trakteren. Helaas was de boulevard afgesloten voor verkeer in verband met de 10-mijlsloop van Knokke en moesten we onze weg zoeken door de buitenwijken van de stad. Uiteindelijk kwamen we via de ringweg in het zeer drukke centrum van Knokke. De heerlijke créme-glacé vergoedde veel, maar als leuk fietstochtje is het centrum van Knokke geen aanrader! Omdat we door dit uitstapje behoorlijk wat extra kilometers gemaakt hadden, werd de kortste route naar Zuidzande gezocht. Ook nu weer bleken sommige mensen moeite te hebben met het vinden van het noorden. Toevalligerwijs reden die ook op kop van de groep, dus zo af en toe moest er wat bijgestuurd worden. Uiteindelijk lukte het toch om met 100 kilometer op de teller om half 5 in Zuidzande te arriveren, waar Rob zich naar voor wrong en duidelijk als eerste het plaatsnaambord Zuidzande passeerde.

Na het douchen gingen sommige leden op de kamer naar de Ronde van Romandië en de Henninger Turm kijken, waarbij het soms een korte samenvatting werd doordat zij om de 15 kilometer hun ogen even open kregen en daarna meteen weer verder sliepen. Ook waren er leden die zich op het terras begaven voor een aperitiefje. Rob en Gerard hadden daar geen trek in en brachten een bezoek aan de nabijgelegen sauna. Zij lieten ook het heerlijke eten voor wat het was en kwamen tijdens het opdienen van het nagerecht weer binnen. Tijdens het eten werd Anton toegesproken door Pierre, die hem bedankte voor het besturen van de volgwagen, excuses maakte voor de rondrit door Knokke en alvast feliciteerde met zijn aanstaande huwelijk op 6 mei. Namens alle aanwezigen werd hem een envelop met inhoud overhandigd. Bij de frites werd deze keer ook Campagnolo-vet geleverd (mayonaise) en toen de serveerster voor de zoveelste keer kwam vragen of er iemand nog iets wilde eten verzuchtte Tjebbe: “ETEN zegt u?” Natuurlijk werd er weer gewandeld om al dat lekkers te verteren. Christ gaf het tempo aan en zwaaide onderweg vrolijk naar alle bewoners. Na het passeren van de molen wilden een aantal wandelaars kijken of ze een rondje konden lopen. Dat konden we gelukkig uit hun hoofd praten, zodat we via dezelfde route terug liepen naar het dorp. Terwijl er in een hoekje druk gekaart werd door John, Theo, Cees Willemse en Cees Ruyten werd er aan de stamtafel nog wat gedronken. Jan van Loon vulde daarbij constant het zouttekort in zijn Palmbier aan, maar klokslag 12 uur was het weer afgelopen met de pret en kon iedereen naar bed.

Met de beloofde westenwind kon op zondag vertrokken worden voor de terugreis via Vlissingen. Door de duinen ging het eerst naar Breskens voor een overtocht met de Fast Ferry. 1 Mei was de officiële ingebruikname van de Swaths op Vlissingen – Breskens. Helaas hield een technische storing de Prinses Maxima aan de kant en troffen we het dat wij met de oude veerpont Koningin Beatrix naar de overkant moesten. Voordeeltje daarvan was wel dat Cees Willemse en Christ op het autodek nog even in konden rijden. Omdat Walcheren normaal net iets te ver weg ligt om daar een rondje te fietsen maakten we van de gelegenheid gebruik om dat nu wel te doen. Toine maakte van de gelegenheid ook gebruik om in Biggekerke voor de derde achtereenvolgende dag lek te rijden. Via Veere en het Veerse Meer reden we naar Wilhelminadorp en daarna buitendijks naar Kattendijke. Precies om kwart over 1 kwamen we daar aan en konden we genieten van een overheerlijke appelbol met warme kersen en slagroom.

 overheerlijk…

Ben Wesseling verklaarde plechtig de hele dag niet meer te hoeven eten en dat gold voor meer mensen. Jan Buijk kwam ons ook nog verrassen met een bezoekje. Met vrouw en 2 kinderen in zijn supermotor was hij naar Kattendijke gekomen om ons te supporteren.

 motormuis

Via de dijk ging het daarna tussen een haag van Belgische duikers door naar Wemeldinge. Bij Rilland nam ik afscheid van de groep met 400 kilometer op de teller en een voldaan gevoel.

Willy en Henk schrijf mijn naam alvast maar weer op voor volgend jaar!