Jubileum-clubweekend 1999
Donderdagavond stonden meer dan 40 AKN-ers in vol ornaat aangetreden voor Huis ten Halve om zich te laten vereeuwigen op de groepsfoto. Daarvan vertrokken er 26 per luxe touringcar, gesponsord door Dutax, naar Valkenburg. Tonnie Dekkers, Toon Wijten, Toon Schuurbiers, Simon van Noort en Kees Tak hadden zich helaas af moeten melden, waardoor ons nieuwe lid Kees Verstraten in laatste instantie toch mee kon. In de bus nam Jack het woord en stelde voor zijn portemonnee wat dikker te maken, dan zou hij de komende dagen de natjes en droogjes betalen. Op Nederlands grondgebied nam hij nog een keer het woord en weer werden de portemonnees tevoorschijn getrokken. Ditmaal om de chauffeur van een natje en droogje te voorzien. Hij beloofde het eerlijk onder vrouw en kinderen en de armen (linker- en rechterarm) te zullen verdelen.
Nadat iedereen zich in hotel De Goudsberg had geďnstalleerd, werd Valkenburg even opgezocht om de lekkere trek te stillen. Die trek verschilde van deelnemer tot deelnemer… Rond twaalf uur was iedereen weer op zijn post en kwamen Jan Buijk en Cees van Dongen zich ook melden. Als laatste sloot Jan van Loon zich de volgende ochtend om 7 uur bij het gezelschap aan. Degene die geen wekker had gezet werd zodoende ook gewekt, want als Jan zachtjes pratend door de hotelgangen loopt dan zit iedereen stijf rechtop in bed! Zo konden we met 29 man aan het uitgebreide ontbijtbuffet beginnen. Ikzelf had 6 broodjes en een banaan als lunchpakket meegenomen. Er stonden nogal wat klimmetjes op het programma en dan moet er op zo’n dag goed gegeten worden.
Om 9 uur werd het startschot gegeven en werden we uitgezwaaid door de hotelbaas. De eerste beklimming diende zich al in Valkenburg aan bij de Sibbegrubbe. Kees Verstraten ging hier extra snel naar boven om warm te worden. Pierre had het beter bekeken: hij ging op zijn gemak naar boven om het niet te warm te krijgen! Warm was het genoeg, zodat we na 20 km bij de militaire begraafplaats Henri Chapelle de lange broeken en lange mouwen uit konden doen. Bij een kruising dacht Chris even zichzelf aan een verkeersbord vast te kunnen houden, waarna hij met bord en al bijna op de grond viel. Gelukkig zijn we goed verzekerd, want Henk rekende snel uit dat het opnieuw plaatsen van zo’n bord al snel 500 gulden kan kosten…
In de aanloop naar de Baraque Michel werd de eerste klimmerskopgroep gevormd. Het was het begin van een drie klimdagen durend prikspelletje, waarbij iedereen in zijn eigen tempo de helling op ging. Dat eigen tempo moest dan bij voorkeur wel iets hoger liggen dan dat van de anderen… Op de eerste linie streden Thijs en Costa tegen Jos Dierks. Ook Willem en Kees Verstraten mengden zich soms in deze strijd, maar zij piekten slechts op vooraf bepaalde beklimmingen. Verder bleven zij achterin rijden om samen met Cees van Sluijs de mindere klimbroeders naar boven te helpen. Toch konden zij niet overal tegelijk zijn, zodat Jack bij gebrek aan vaart later op de dag tijdens een steile beklimming omviel en in een droge greppel belandde.
Eindelijk boven op de Baraque Michel kregen we een kopje kervelsoep van een halve liter met brood voorgeschoteld. Daar maak je dan een lunchpakket voor klaar! Gezien alle moeite die we hadden moeten doen om hier boven te komen was ik benieuwd naar wat "Baraque" eigenlijk betekent, maar zelfs ons talenwonder Jan Buijk moest het antwoord schuldig blijven. Zodra ik thuis was heb ik het dan ook meteen opgezocht in een woordenboek. Ik had zoiets verwacht als: zware beklimming, bijna niet te nemen hindernis, heel hoge top, dat valt niet mee of barrage, maar het betekent gewoon: loods of keet. Nou was het tijdens de soep een hele keet met 29 AKN-ers binnen, maar om Michel daar nou een hele beklimming naar te laten noemen…
Na een beklimming volgt dan altijd het genot van een afdaling. Richting Malmedy hoefden we dan ook kilometers aan een stuk alleen maar te remmen. Een prachtige afdaling waarbij ik af en toe het idee had dat ik in een achtbaan zat; sensationeel! Oscar was bovenop al in de volgwagen gestapt, want conditioneel kwam hij toch wat tekort en hij had ook weinig trek om zijn volle gewicht in de afdaling te gooien. Zo had Anton de rest van de dag ook aanspraak.
Na Malmedy werd de weg duidelijk slechter en kwamen we steeds vaker pittige beklimmingen tegen. De afspraak was dat er bovenop gewacht werd op de laatsten, maar vaak volgde na een beklimming een golvend stuk, waarbij niet duidelijk werd of de top al dan niet bereikt was. Zo groeide de achterstand van de laatsten al snel tot vele minuten. Omdat we vele kilometers lang geen café tegen kwamen besloot de organisatie daarom, om maar langs de kant van de weg te rusten. De sportdrankjes vlogen de volgwagen uit!
Sommigen hadden nog wel een uur in het zonnetje willen blijven liggen. Toen het vertreksein gegeven werd zei Jack dat hij zo vertrokken was en deed zijn ogen gewoon nog even dicht. Toch moesten we weer verder om op tijd bij het hotel aan te komen. Toen we eindelijk in Troisvierges aankwamen bleek hotel Lamy aan de andere kant van het dorp op de heuvel te liggen. Dat betekende dus toch nog een klim. Daarna kon iedereen zijn kamer op gaan zoeken, waarvoor een aantal van ons met de taxi naar hotel Knauf in Huldange moest.
Nadat iedereen zich opgefrist had en sommigen hun schoonheidsslaapje gedaan hadden (ik hoef maar te gaan liggen en ik slaap) verzamelde iedereen zich in de bar. Om 19:00 uur konden we aan tafel, waar we een verfijnd 4-gangen vismenu voorgeschoteld kregen, gelardeerd met heerlijke asperges. Tenminste, ik denk dat ze heerlijk waren, want er werd bijna om gevochten toen ik mijn portie ter beschikking stelde. Cees van Dongen vermoedde daarom dat ze door het bedrijf Rijk Zwaan gekweekt waren. Tini sprak hardop (zodat ik het goed kon horen) de wens uit dat we de volgende dag weer hetzelfde zouden eten, maar dat zou, helaas voor hem, niet uitkomen. Bij de koffie dronken sommigen Grand Marnier. Cees van Sluijs moest van de organisatie Calvados proberen, maar omdat hij het niet lekker vond dronk hij dat maar in een teug op… Ruim twee uur aan tafel zitten was voor sommigen wel wat veel van het goede. Dus was het tijd voor een avondwandeling door de zeer chique villawijk bij het hotel. In de zeer gezellige en druk bezochte Irish Pub van het hotel zat de stemming er daarna al snel goed in. Dat bleef de hele avond zo, omdat Chris alles goed in de gaten hield en ons steeds de stand van zaken meldde: "Ut ken net!" En zo was het ook.
De volgende morgen kwam iedereen goed uitgeslapen aan het ontbijt. Alleen was Jan van Loon om de een of andere duistere reden zijn stem kwijt, zodat hij zich met handen en voeten verstaanbaar moest maken. Om 9 uur werden we uitgezwaaid door Oscar die een rustdag nam, en vertrokken we voor ons rondje Luxemburg van 113 km. In Troisvierges kwamen we midden in een 1 mei-parade terecht, waarna we aan onze eigen dag van de arbeid konden beginnen. Na de eerste klim werden we meteen al getrakteerd op een prachtig uitzicht, waarbij ik het gevoel had dat we in Zwitserland waren. Ik had daar bovenop best een wandeling willen maken, en dat wil wat zeggen want ik heb het niet zo op wandelen.
De ene na de andere helling diende zich aan, de ene nog steiler dan de andere. Op sommige stukken konden de voorsten ver onder zich in de haarspeldbochten de andere clubleden zien fietsen. Kees Verstraten reed zo makkelijk naar boven, dat hij zelfs nog tijd had om te zwaaien naar de achterblijvers. Ze zwaaiden niet terug… Bovenop de derde helling werd er even uitgerust, maar niet te lang want we moesten op tijd in Vianden zijn om de 1 mei-drukte te ontlopen. Toen na Preischeidt de groep bij een beklimming uit elkaar viel werd er daarom noodgedwongen toch in volle vaart doorgereden. Op het verwarmde terras smaakten de appeltaart en de lunchpakketten dan ook uitstekend. Toevallig kwam daar Bidonner Ron Jansen met zijn vrouw ook nog even binnenstappen.
Na het vertrek in Vianden werd de lucht plotseling donker en in de beklimming naar Dauwelshausen begon het keihard te regenen. Gelukkig waren we toen net in het bos en konden we schuilen onder de bomen. Toch telden we vanuit onze schuilplaats maar zo’n 15 AKN-ers, zodat we ons afvroegen waar de rest was. Na de bui bleken ze toch allemaal nog aanwezig: waar we eerst één man gezien hadden, kwamen er plotseling vier tevoorschijn. Sommige leden spraken zelfs van de wonderbaarlijke AKN-vermenigvuldiging!
De hellingen bleven elkaar opvolgen, waarbij de ene lang was, de andere steil was en weer andere zowel lang als steil waren. Bovenop moest dan ook steeds langer gewacht worden op de laatsten, die regelmatig te voet moesten of geduwd werden. Zelfs de auto had het moeilijk, want John moest hem elke klim aan de buitenspiegel omhoog duwen, omdat de motor warm liep. Leo ging ook moeizaam naar boven omdat hij de verkeerde olie op zijn ketting had gedaan: kruipolie. "Rij met AKN mee, dan kun je lekker ontspannen bezig zijn", hadden ze vooraf tegen hem gezegd! Willy probeerde de moed er in te houden door regelmatig aan te kondigen dat we nu op een plateau gingen rijden. Na 100 km begrepen we wat hij bedoelde: constant ‘op de kleine plateau’ naar boven! Jack lag op een gegeven moment uitgeput bovenop een helling in de kant uit te rusten. Toen we vroegen hoe het met hem ging had hij zijn antwoord toch meteen klaar: ik kom hier de nachten beter door dan de dagen! Kortom het was voor iedereen zwaar, maar prachtig. Ook feestvierende dorpelingen voelden met ons mee, want tijdens een korte, zeer steile klim (de schattingen varieerden van 20 tot 30 %) kreeg Cees van Dongen een fles bier in zijn handen gedrukt!
Niemand klaagde dan ook toen we in Oberhausen een extra rust namen. Jos Bruijns kon na al de inspanningen echter geen hap meer door zijn keel krijgen. Daarom dronk hij achter elkaar maar 3 Palmpjes op. We wisten niet wat we zagen en we vreesden het ergste voor de laatste kilometers. Toch was het blijkbaar precies wat hij op dat moment nodig had, want hij reed verder verbazend goed mee. Na deze rust stond nog een superklim op het programma: naar Weiswampach. Echt iets voor de mensen met nog een beetje kracht in de benen, want hij bleef duren. Sommigen moesten onderaan al van de fiets, maar die hadden achteraf een goed excuus: ze dachten dat ze met Jan Poppelaars aan het wandelen waren. Kees Ruyten zag het helemaal niet meer zitten, want hij verloor in deze klim zijn bril. Achteraf in het hotel bleek dat Cees van Sluijs in de beklimming het etui nog had zien liggen. Helaas hij had het niet opgeraapt. In die laatste etappe wilde iedereen zo vlug mogelijk naar het hotel. Toen Jan Buijk in de laatste kilometers lek reed kostte het dan ook wat moeite om de meute in bedwang te houden en op Jan te blijven wachten.
Wat was de douche heerlijk en het bedje lekker zacht. Wat smaakte het eten lekker: het voorgerecht was zalm en daarna heerlijk kip. Opvallend was wel dat erg weinig AKN-ers achteraf nog de bar opzochten. Zelfs de echte plakijzers zochten om 12 uur hun bed al op. Het was mooi geweest voor vandaag. Volgens Chris kon het gelukkig allemaal nog net: "Ut ken net!"
En toen moesten we al weer terug naar Valkenburg. Gelukkig had Jan Buijk de helderheid van geest om na 10 km aan Anton en Oscar te vragen of ze de lunchpakketten meegenomen hadden. Die konden zodoende nog snel even terug naar het hotel rijden. Daar moest alles nog klaargemaakt worden, maar ruim voor de eerste stop waren ze weer bij de groep. Ook al omdat we middenin een kudde wandelende koeien terecht kwamen. De boer die ze moest drijven was wel erg modern, want hij deed het vanuit zijn BMW! In het zonnetje genoten we langs de kant van de weg enige tijd later van de druiven en broodjes. Andere mensen hadden dit plekje duidelijk ook al eens gebruikt voor een picknick, want er lag nogal wat zwerfafval. Bij het wegrijden zei ik tegen Jan Dinkelaar dat hij de rotzooi moest opruimen. Dat deed hij niet zei hij, want het was niet van ons. "Wij hebben onze rotzooi netjes achtergelaten," voegde hij er aan toe!
Regelmatig doken nog klimmetjes voor de wielen op, waarbij Jos Bruijns keurig even achterin de groep ging kijken of alles nog goed ging. Jos Vos protesteerde af en toe luidkeels dat ze niet zo hard moesten duwen, want dan moest hij steeds remmen. Ook Jack vond al dat geduw maar niets: "Wil je lekker rustig omhoog rijden, duwen ze je steeds naar voor!", riep hij steeds. Toch was het te merken dat we op een aflopend parcours reden, want de klimmetjes werden steeds korter. Achterin zat iedereen van de favorieten zich voor te bereiden op de laatste grote klim naar Baraque Michel. Vooral Willem had zich er helemaal op gefocust. Groot was dan ook zijn verbazing (en teleurstelling) toen we ineens na een glooiing al boven bleken te zijn. De kilometerteller stond toen precies op 300 km. Deze keer namen de meesten gebak, maar bij één tafel werd gevraagd of ze soep wilden. Die zagen er waarschijnlijk nogal slecht uit!
Na deze rust stapte Oscar ook weer op de fiets om aan de afdaling te beginnen. Het zat hem echter weer niet mee, want zijn voorvork was niet stabiel waardoor hij vreselijk begon te slingeren. Zo moest hij kalmpjes aan naar beneden. Onderaan wachtte nog een tweede afdaling over een slecht wegdek door het bos. Hier was het extra goed opletten geblazen, maar gelukkig kwam iedereen veilig beneden. Cees van Sluijs ging persoonlijk even de lichaamsgeur van enkele deelnemers controleren, door zijn neus al rijdende even onder hun oksel te stoppen. Vooral Chris bleek een prettige lichaamsgeur te hebben! Na nog een laatste klim, waar John op topsnelheid naar boven ging (tot hij na een bocht merkte dat de weg nog verder omhoog ging) lagen verder alleen nog maar vlakke kilometers voor onze wielen. Dit was het sein voor Oscar om zich naast Jan Buijk op kop te nestelen tot Valkenburg toe. In een stampvol Valkenburg wilde ik nog even proberen of na al die klimoefeningen de Cauberg een makkie zou zijn geworden. Niet dus!
In hotel Goudsberg genoten enkele AKN-ers duidelijk van de frites en het stoofvlees. Niet alleen omdat het zo lekker was, maar vooral omdat het zo snel kwam. Na de maaltijd waagde Jan Buijk zich op een bankje aan de rand van het zwembad om in het zonnetje even lekker te relaxen. Tot onze spijt doezelde hij niet in, zodat we niet van de gelegenheid gebruik konden maken om hem in het zwembad te gooien. ‘s Avonds bruiste het nog volop in Valkenburg, maar toch was iedereen vroeg terug in het hotel. Er stond immers de volgende dag nog een etappe van 150 km op het programma.
Nadat we bij Stokkem met de pont de Maas overgestoken waren begonnen we aan een prachtige, 90 km lange, tocht langs de jaagpaden van de Zuid-Willemsvaart. Bij Neerpelt werd dit even onderbroken voor een koffiestop. Natuurlijk stond er weer een flinke punt appelgebak klaar. Daar had Jan Buijk niet genoeg aan, zodat hij bij enkele tafels op rooftocht ging om chocolaatjes in te pikken. Dit lukte niet overal… Daarna ging het weer verder over het jaagpad van het Schelde-Maaskanaal en het Kanaal van Turnhout. De staat van onderhoud werd wel duidelijk slechter, zodat constant goed opgelet moest worden voor valkuilen in het fietspad. Ook naast het fietspad moest je niet zijn merkten Chris en Jan Buijk. Toen ze stonden te wachten bij het verwisselen van een lekke band ging Chris links van het fietspad plat, omdat zijn wiel wegzakte in de zachte berm. Jan Buijk moest er voor uitwijken en overkwam rechts in de berm precies hetzelfde. Gelukkig verder zonder gevolgen. Ondertussen was het net als de voorgaande dagen weer flink warm geworden. De zon brandde en omdat we steeds in westelijke richting reden werden mijn linkerbeen en linkerarm al snel behoorlijk rood. Dat wordt dus weer een wit badpakje deze zomer als ik aan het strand lig!
Regelmatig passeerden we nu een sluis. Eerst dacht ik dat België hard bezig was om het culturele imago op te vijzelen, want bij elke sluis stond een bord met de tekst: "Verboden het kunstwerk te betreden". Toch zag ik nergens een beeldhouwwerk of iets dergelijks staan. Navraag bij Willy leerde echter dat een sluizencomplex in België ook een kunstwerk genoemd wordt! Wat zou in België de norm zijn om iets een kunstwerk te mogen noemen? Zou een droogzwierder ook een kunstwerk zijn?
Bij café Klaverhof in Oud-Turnhout liep de uitbater een beetje (?)gestresst door de zaak. Eerst kwam hij al naar buiten gestormd toen enkele leden hun fietsen aan de zijkant op het terras neerzetten. Dat was namelijk verboden. Helaas voor hem hadden de achtersten dat niet gezien of gehoord, dus toen iedereen even later zat bleken er toch weer fietsen daar weggezet te zijn. Nadat hij de bestelling had opgenomen zag hij dat en stormde weer naar buiten om eigenhandig de fietsen van het terras te verwijderen. Ook het rondbrengen van het bestelde bezorgde hem af en toe bijna een hartverzakking als iemand niet snel genoeg reageerde (of helemaal niet als hij net naar de w.c. was). De goede man moet maar AKN-lid worden, dan kan hij zijn spanningen een beetje kwijt raken.
Daarna kwamen we weer op bekend gebied, dus vanaf Rijkevorsel ging het vlotjes naar huis. De volgauto waren we ondertussen wel kwijt geraakt, want de batterijen van de mobiele telefoon waren leeg. Op de kasseien van Wuustwezel ging het toch nog even mis. De fietscomputer van Wim Houtepen trilde van zijn stuur en mijn gereedschapstasje viel ook. Wim had pech want er reed een auto over zijn computertje, dus dat was total loss. Een vriendelijke vrachtwagenchauffeur stopte keurig voor mijn tasje, zodat ik er zonder schade vanaf kwam. Twee lekke banden en 30 km verder kwamen we (samen met Dimph die ons zoals elk jaar de laatste 20 km tegemoet gereden was) daarna een uur te laat in Roosendaal aan. Daar stonden de supporters al vol ongeduld te wachten. Het wachten was toen nog op de volgwagen die een kwartiertje later arriveerde, maar dat mocht de pret niet drukken: het was een clubweekend om nog lang op terug te kijken. Jan en Willy bedankt voor alle dagen die jullie in de organisatie gestopt hebben, het was weer af!
O ja, ik kan gerust een paar dagen van huis, want daar loopt dan alles op rolletjes. Tijdens het clubweekend heeft alleen:
- De wasmachine een wandelingetje gemaakt, de droger er half afgegooid en kortsluiting gemaakt
- De centrifuge de keuken onder water gezet
- Een Duitser uit Kamperland in paniek opgebeld omdat hij dacht een hartaanval te hebben (wij hebben blijkbaar hetzelfde abonneenummer als de dokter in Kamperland)
- Mijn dochter een lelijke val gemaakt op haar nieuwe skeelers, waardoor ze van haar oor tot haar knieën geschaafd thuis kwam
- Het konijn de zijkant van zijn buitenhok eruit getrapt en daarna het hazenpad (of konijnenpad?) gekozen
Gelukkig heeft mijn vrouw het konijn teruggevonden, net voordat ze me op kwam halen in Roosendaal. Zo kon ik ’s avonds meteen beginnen met het repareren van het hok. Dat was binnen een uurtje gebeurd.
De volgende ochtend lag het konijn dood in zijn hok…
Deelnemers clubweekend 1999:
Thijs de Baat
Toon Brusselaars
Chris Couwenbergs
Jan Dinkelaar
Wim Houtepen
Jan van Loon
Leo Notenboom
Costa Sfrintzeris
Willy van Toren
Kees Verstraten
Willem van Balen
Jan Buyk
Cees van Dongen
Ad van Iersel
Anton Mali
Kees Ruyten
Cees van Sluijs
Henk Verschuren
Jack van Zeggeren
John Suykerbuyk
Jos Bruyns
Tini Buijsen
Jos Dierks
Alfons Govers
Theo Jukes
Piet Snepvangers
Oscar Timmers
Jos Vos
Pierre van Zinnen