JULI 2006

Zaterdag 1 juli werd de Surprise-toer van Toon en Cees gereden. De eerste surprise was al dat Toon er niet was, maar voorin kreeg Cees gelukkig versterking van een van de overige 19 deelnemers. Het werd een rondje met de klok mee via Etten-Leur naar Baarle-Nassau. Daar werd koffie gedronken bij De Pomp. Via de Belgische dreven ging het daarna terug naar Roosendaal. Als laatste surprise werd er niet geëindigd bij Huis ten Halve, maar bij 't Ossekopke.

Zondag 2 juli was de opkomst weer perfect. Het weer trouwens ook. Stiekem verlangde ik wel wat naar het ijs en de sneeuw van de vorige editie van deze rit! Wim Mouws was al weer wat bijgekomen van zijn dipje van de dag ervoor en leidde de 24 deelnemers langs de Noordschans. Gelukkig waren de gloednieuwe hekken op het terrein van Havenschap Moerdijk niet voor fietsers gesloten. Zo kon de hele rit zonder problemen gereden worden. De twee introducés die Jan Bakker uit Hoeven en Oudenbosch meegebracht had waren dan ook erg te spreken over de route. 
Groep 2 reed met Tonnie naar camping Liesbos om daar koffie te drinken. Zij waren met 5 man.

Zaterdag 8 juli kon Christ vanwege een valpartij bij een rit van de Bidon zijn rit niet voorrijden. Cees van Sluijs nam daarom samen met Willy de honneurs waar en toverde een rit van 125 km uit de hoge hoed met als verste bestemming Kattendijke, waar je zoals we ondertussen wel weten je voor € 1,50 twee bakken koffie kunt drinken! Een goedkoper adres is volgens mij niet te vinden. 16 Leden zagen dit tochtje naar Zeeland wel zitten.

Zondag 9 juli mochten Vutters en niet-Vutters meedoen aan de VUT-rit van Theo. Omdat die Vutters toch niets te doen hebben, gaf Theo ze maar veel stuurwerk, want veel lange rechte stukken zaten er niet in. Leo constateerde na afloop dat er een typefout in het programma was geslopen: het was geen Vut-rit maar een ..T-rit. Ach ja, smaken verschillen! 
Groep 2 had geen klagen en reed 6 man sterk achter Tonnie aan.

Zaterdag 15 juli brandde de zon nog steeds aan de hemel en het oostenwindje wat behoorlijk blies, bracht niet echt verkoeling. Willy en 12 consorten konden flink aan de bak in hun rit richting het Land van Heusden en Altena. Bij de verkenning eerder in de week had Willy nog naarstig gespeurd naar een alternatief koffieadres, maar alles was gesloten. Zo werd er dus weer gewoon gerust in Heusden. Een hele goede koffieplaats trouwens. Dat de rit een 15 kilometer ingekort werd vond niemand erg, dus om half 3 werd Roosendaal al weer bereikt.

Zondag 16 juli kwamen de liefhebbers van veel links- en rechtsafslaan niet aan hun trekken. Jan Buijk reed zijn poldertocht naar Rilland met 21 deelnemers en (tot grote vreugde van Leo) veel lange rechte stukken. Vanaf de brug over het Schelde-Rijnkanaal kwam daar ondergetekende als tweeëntwintigste nog bij. Door de polders ging het weer terug naar Woensdrecht, waar de Rijzende Weg beklommen werd en de Onderstal. Iets van mijn opgespaarde 3 kilo vakantie-energie liet ik daar achter en bij Huybergen nam ik weer afscheid van de groep, die via Nispen terug reed naar Roosendaal.
Groep 2 mocht weer met Tonnie mee en was deze keer 5 man sterk. Gelukkig kunnen we dus constateren dat de opkomst bij groep 2 nu vrij constant blijft!

Zaterdag 22 juli reed Kees Ruyten zijn clubrit naar Hilvarenbeek voor. Deze 130 km lange tocht werd gereden door 16 leden, die niet bang waren voor een beetje warmte. Via Zundert, Meer en Alphen ging het naar Poppel waarvandaan Kees nog een mooie weg wist naar Hilvarenbeek. Daar werd lekker koffie en wat fris gedronken bij De Swaen, voordat het wind tegen terug ging naar Roosendaal. Samen met John ging dat Kees goed af. Met in totaal 2 lekke banden (Piet Bianchi en Toon v.d. Broek) en een verfrissende regenbui kwamen ze om half 2 weer in Roosendaal aan.

Zondag 23 juli reed John naar St. Lenaarts (ja ja, met één E en twee A's) met naast hem ondergetekende. In totaal met 24 leden ging het recht toe recht aan via Essen, Nieuwmoer en Wuustwezel naar St. Lenaarts. Waarschijnlijk is dit een van de ritten waarbij nauwelijks links- of rechtsaf geslagen moet worden. Bij de ingelaste sanitaire stop kon Leo maar net genoeg voor de dopingcontrole produceren, want "de rest zat al op zijn rug", zo zat hij te zweten. Toch viel het alleszins mee met de temperatuur, want die kwam niet boven de 23°C. Gewoon lekker fris dus! Zodoende was er op het eind van de rit nog even gelegenheid om er een eindsprintje uit te persen. Ik voelde me even Steven de Jongh die de sprint aan moest trekken voor zijn kopman. Dat je van kop af niemand kunt verrassen wist ik wel, maar niet geschoten is altijd mis... Mis dus!
Groep 2 reed met Pierre 4 man sterk naar Non Plus Ultra. Jan Dinkelaar, Tini en Jack kregen meteen de vraag waar of Tonnie eigenlijk was? Zou die groep daar wel eens meer koffie drinken?

Voor de eerste keer reden we dit jaar de Rik van Steenbergen Classic. Keurig om 7 uur konden we 29 juli met drie auto's vertrekken voor het 70 km lange ritje naar Aartselaar. Jan Buijk reed voorop met in zijn auto Henk, Willy, Pierre en John van Turnhout. Zij zouden samen de 100 km rijden. Cees Willemse in de ene, met Ben Wesseling en Cees Mathijssen en ondergetekende in de andere auto met Theo en Wim Mouws volgden keurig. Met wat hulp van een fietser was het sportcomplex van Aartselaar zo gevonden. Bij het inschrijven kregen we allemaal een binnenbandje cadeau en een papieren polsbandje om als bewijs van inschrijving. Na de koffie vertrokken we samen om half negen. Al vrij snel gingen we langs het jaagpad van de Zenne rijden en konden zo Mechelen letterlijk links laten liggen. Al binnen een uur splitsten de 100 en de 155 km-route zich en begon voor ons het heuvelparcours met wat glooiingen bij Zaventem, die langzaam wat langer werden. Bij Vossem mochten we de Vossemberg beklimmen (17 %), waarna het behoorlijk op en af bleef gaan. In Sint Agatha Rode lag het klapstuk van de dag op ons te wachten: de Steenbeekstraat. Na een ge asfalteerd aanloopje ging die al vlug over in een slecht kasseienpad met een helling van zo'n 17%. Cees en ik hadden net tegen elkaar gezegd dat het wel heel erg op de Muur van Geraardsbergen leek, maar dan iets minder steil, toen achter de bocht het pas echt steil werd: 22% hoorden we achteraf! Zitten blijven en niet te hard aan je stuur trekken dus, want je trok steeds je voorwiel van de grond. Bij de eerste rust na 68 km konden we de bedenker van de route al bedanken! Hij hoorde al onze verhalen glimlachend aan en verklapte ons dat in het volgende stuk nog 2 echte beklimmingen zaten, maar dan beter bestraat. Wim peinsde ondertussen hardop, dat hij 's avonds in het woordenboek de betekenis van het woord glooiend nog eens wilde opzoeken, want hij had zich er iets anders bij voorgesteld... Na een stuk banaan, sinaasappel, koek en meloen gegeten te hebben en het nodige vocht gedronken te hebben, kregen we van de cafébaas onze bidons terug gevuld met water en ijsblokjes (wat een service!) en konden we de volgende 40 km aanpakken. Het parcours bleef prachtig en de klimmetjes werden vlot verteerd, maar voor in de groep wel wat vlotter dan achterin. Een keer reden we verkeerd, maar de extra klim die we daardoor mochten rijden en weer afdalen was leuk om even mee te pakken. Na de afdaling van de Chartreuseberg die we langs de achterkant beklommen via het Meesbergpad, zat het klimmen er op en reden we grote stukken over het parcours van de Ludo Peeters Classic, bekend terrein dus, maar wel mooi! Na 108 km kregen we een Red Bull-bevoorrading en hoorden we dat ons 100 km team daar al twee uur eerder gepasseerd was. 15 Km verder hadden we nog steeds vleugels, maar konden we die even inklappen bij de derde bevoorrading en controle. De organisatie had duidelijk rekening gehouden met het warme weer (het was zo'n 28°C), want weer 15 km verder werden we bij de Ordal-brouwerij weer verfrist. Vanaf daar reed een vader met zijn zoontje van net 9 met ons mee. Het ventje was erg klein voor zijn leeftijd, maar toen we hen passeerden met een snelheid van tegen de 30 km/u gaf hij zich niet gewonnen en sprong in het wiel. Wij dachten dat dat maar voor even zou zijn, maar hij presteerde het om tot de finish mee te rijden. Hij was een volleerd toerfietser, want hij waarschuwde waar nodig en presteerde het zelfs om op kop te gaan rijden, terwijl wij toch echt het tempo niet lieten zakken. Zijn vader vertelde dat hij Pedro heette (onthoud die naam mensen: over 10 jaar hoor je er misschien weer over) en dat ze die week al 500 km hadden gefietst! Net als Floyd Landis spoot hij onderweg zijn bidon leeg boven zijn helm, maar hopelijk neemt hij niet alle gewoontes over van Floyd. Vlak voor het sportcentrum sprintte hij nog weg van ons, dus hij zat zeker nog niet kapot! Wij konden de vrij koude douches deze keer wel waarderen en na een paar koude consumpties werd het tijd om afscheid te nemen, zonder prijs in de tombola, maar met toch een erg goed gevoel over deze prachtige fietsdag. De groep die 100 km reed heeft echt wat gemist, maar ze hadden wel prijs in de tombola: Henk won 4 kaarten van het knooppuntennetwerk. Cees Willemse wilde op tijd thuis zijn, dus namen we de kortste weg naar huis. Ik vond inderdaad een zeer korte route, die alleen jammer genoeg dwars door Antwerpen bleek te voeren... Na een uur en een kwartier waren we om kwart over zes weer in Roosendaal.

De thuisblijvers konden toch met Louis de thuisblijversrit rijden, want hij voelde zich goed genoeg om de rit zelf voor te rijden. Met zijn twaalven reden ze naar Kruiningen. Onderweg verleenden ze nog 2 NS-ers assistentie die problemen hadden met hun lekke band (ze waren op de racefiets!). Die waren daar zo dankbaar voor dat ze besloten AKN op de rest van de tocht te vergezellen. In Kruiningen bleek de beoogde koffiestop pas om 15:00 uur open te gaan. Leo had daar weinig problemen mee en stelde voor om dan maar zo lang te wachten (Het was half elf..). Louis was echter de koffiestop bij Het Klooster van Rilland van 6 mei j.l. nog niet vergeten en wilde dat graag nog een keertje over doen. Zodoende werd er koers naar Rilland gezet en lekker op het terras van het zonnetje genoten.

Zondag 30 juli reed Kees Ruyten de viaductentocht, een mooi glooiend parcours volgens Wim. Met zijn elven pakte Cees eerst wat viaducten bij Zegge en Bosschenhoofd. Het verste punt was Effen en met 70 km op de teller werd de route bij café Tivoli in Nispen beëindigd, want Huis ten Halve was wegens vakantie gesloten. Groep 2 zat daar toen al even. Zij waren 12 man sterk met Willy mee gereden; een buitengewoon hoog aantal. Bij De Wildert kwam de aap uit de mouw. Jan Buijk had voor de start gezegd dat hij met groep 2 mee zou gaan en zou trakteren op gebak bij de koffie. Dat bericht werd door enkele vaste groep 1 rijders opgevangen, die daarop besloten om maar eens een keer met groep 2 mee te rijden! Het bestuur weet het nu: je laat voor de start iemand vertellen dat er bij de rust voor groep 2 gebak getrakteerd wordt en succes is verzekerd. Afgezien van een onopgeloste tik in de fiets van Simon was het weer een pechvrij weekend.