JUNI 2004

Zaterdag 5 juni reed Kees Ruyten een door iedereen gewaardeerde rit naar Den Hout. De 15 deelnemers beoordeelden het parcours als erg mooi. Theo kreeg er zoveel moraal van dat hij zonder problemen over een kapotte bierfles durfde rijden. Louis Mouws had al veel moraal, maar dat zakte iets toen hij wèl lek reed. Tja en wie moet er dan repareren? Louis zelf natuurlijk! Vader en dochter Buijk (nee niet die van HtH!) kwamen voor de tweede maal kennis maken en waren weer erg tevreden over de rit. 

Zondag 6 juni kon Tonnie 9 deelnemers verwelkomen die met groep 2 toeristisch rond wilden rijden. Op het gemakje ging het naar Putte en weer terug naar Huis ten Halve. Groep 1 mocht met zijn twaalven meegenieten van het trainingsrondje van onze Francofiel Frans van Geloven. Vlotjes ging het via Breda naar Rijsbergen en langs enkele onverwachte paadjes die ik nog nooit gezien had weer terug naar Huis ten Halve. Iets na elven konden we al aan de koffie, want Jan Bakker en Frans hadden vooraan het heft stevig in handen!

Zaterdag 12 juni was het weer eens de beurt aan Louis Mouws om voor te rijden. Geen lekke banden deze keer, maar wel veel wind. Het was dan ook behoorlijk aanzetten geblazen voor de 9 AKN-ers die hun inspanningen wel beloond zagen bij het restaurant aan de Philipsdam. Daar hebben ze immers de heerlijkste apfelstrudels! Geen probleem voor de lijn, want na een rondje St. Philipsland en de Oesterdam waren die calorieën weer ruimschoots verbruikt.

Zondag 13 juni nam ondergetekende 12 leden en onze bekende Belgische vriend uit Essen(waarvan ik de naam niet ken) als gastrijder mee voor de 75 km lange nieuwe Kris Kras Route. Henk Jongeneelen maakte zijn eerste kilometers bij groep 1 en het ging hem gladjes af. Iets minder gladjes ging het Kees Ruyten af, want die reed lek in de Akkerstraat (een soort Paddestraat, maar dan bij Wouw). Ad van Iersel toonde een blakende vorm en moest dan ook steeds de pedalen stil houden om de toerleider bij te laten komen! Henk Verschuren ontdekte eindelijk waar in Oudenbosch de Koestraat is. Hij vond het alleen frappant dat een geboren Oudenbosschenaar dat te weten moet komen van een halve Zeeuw.

Zaterdag 19 juni reden Toine van Oers en Alfons Govers om 6 uur met de auto naar Wageningen. Ze namen Willy, Theo en Kees (Ruyten) mee om de Jan Janssen Classic, ook wel de Hel van Wageningen genoemd, te gaan rijden. Precies 125 km verderop konden de auto's geparkeerd worden om parkeerterrein Oost van de landbouw Hogeschool in Wageningen. Om voor duizenden fietsliefhebbers genoeg parkeerterreinen te vinden vergt al een hele organisatie, maar om de inschrijving en alles er omheen ook soepel te laten verlopen is een prestatie. Aan alles was te merken dat de organisatie al voor de 19e keer met dit bijltje hakte. Zo was bijvoorbeeld het inschrijven voor NTFU-leden helemaal geautomatiseerd. Bij afgifte van de toerfietskaart draaide computer automatisch een startkaart uit. Verder konden naast drankjes en broodjes ook wielershirts van deze Classic, fietsaccessoires en fietsen gekocht worden. De opvallendste stand vond ik echter wel de stand waarbij 4 dozen aardbeien voor € 12,50 te koop werden aangeboden. Ik zag er zowaar nog toerfietsers mee rond zeulen ook! 
Om iets na achten gingen we van start om de 40 (!) klimmetjes en de 150 km te gaan verteren. Ondanks de duizenden inschrijvingen was er toch geen filevorming en kon er goed doorgefietst worden. Meteen vanaf het begin kregen we de eerste klimmetjes voor de wielen. Omdat we bij een wat snellere groep aangesloten waren trapte Kees meteen al op zijn eerste adem en schroefden we het tempo wat terug. Bij elke beklimming ging het dan weer in het eigen tempo naar boven om bovenaan op elkaar te wachten. Bij een temperatuur van een graad of 15 kregen we het op die manier niet koud. De eerste keer dat we de regenjasjes (beschut onder een viaduct) aan moesten doen konden we na 5 minuten alweer stoppen om ze weer uit te doen. Zo hebben we in de loop van de dag nog 3 (hagel-) buien staan schuilen onder bomen en daarbij het hele ritueel van jas aan - jas uit uitgevoerd. Klazien uut Zalk zal vanuit de hemel goedkeurend op ons neergekeken hebben! De beklimmingen volgden elkaar in hoog tempo op en varieerden van behoorlijk vals plat via type Rijzende Weg tot het meer serieuze werk rondom de Posbank. Daar passeerden we nog de Memorial Ina van Krimpen, waar (hoe is het mogelijk) net een deelnemer uit de bosjes kwam gekropen die de bocht gemist had! Theo reed de hele dag opvallend sterk, met name bergop wist hij in zijn eigen tempo vlot boven te komen. Volgens hem heeft klimmen dan ook niets met gewicht of aanleg te maken, maar zit het tussen je oren: je moet het willen. Bij Alfons en Toine zat dat met gewicht en aanleg ook wel goed. Voor de eerste bevoorrading werd er nog even aangesloten bij een groep die op het vlakke iets boven de 40 km/u reed. De halve banaan, krentenbol en sportdrank smaakten daarna extra lekker. Vlak voor de tweede controle in Loenen reed Toine lek. Willy maakte er een complete cursus band opleggen van, waardoor het Toine ging duizelen. Daardoor zag hij het steentje in zijn buitenband over het hoofd en kon hij 1 kilometer verder weer een nieuwe band gaan leggen. Nu kwamen Theo en Alfons Willy nog een handje helpen met instructies geven. In het verdere verloop van de rit meed Toine dan ook zorgvuldig elk steentje om alle commentaar niet voor de derde keer aan te moeten horen! Na 80 km namen we in Loenen een half uurtje rust om goed voorbereid aan de tweede helft van de rit te kunnen beginnen. Leuk was het om in de loop van de dag steeds dezelfde collega-fietsers te zien. Sommigen waren ons in het begin al voorbij gevlogen, maar moesten vanaf de 100 km bergop afhaken, terugschakelen naar een versnelling van om en nabij de 28x28, of zelfs te voet omhoog. Weer anderen haalden ons steeds weer in op het vlakke en bovenop de heuveltjes als we stonden te wachten op de achterblijvers. Het meeste bekijks trok onderweg een deelnemer in een gele banaanfiets-trapauto die moeiteloos de heuveltjes over ging. Opvallen deden ook enkele deelnemers op gewone sportfietsen, die goed mee konden. Bij de vierde controle konden we ons nog tegoed doen aan een banaan, koek, sportdrank, appel en krentenbol. Willy was er hard aan toe, want hij reed al een tijdje rond met een leeg gevoel in zijn maag en dat fietst niet zo lekker. Om die calorieën nog even de tijd te geven om hun werk te doen ging hij ook nog even zijn voorband vervangen, die plotseling leeg bleek te staan. Vanaf dat moment dook hij bij een snelle groep in het wiel, om daar niet meer uit te gaan tot de finish. Daar kreeg iedereen koek van Bolletje en een brevet. Voor de liefhebbers was er nog spaghetti, fruit, frisdrank en soep te koop. Theo vond nog een tegoedbon voor een bord spaghetti en maakte dat binnen de kortste keren soldaat. Daarna konden we voldaan terug naar Roosendaal rijden, waar we tegen 7 uur aankwamen. Volgend jaar ga ik weer!

Zaterdag 26 juni reed Jan van Loon de West-Brabanttocht met zijn negenen. Alhoewel Jan elk weggetje tot in de verre omstreken kent, moet hij toch iets aan zijn topografie gaan doen, want West-Brabant is wel groot, maar Goeree-Overflakkee en St. Philipsland horen toch echt bij Zuid-Holland en Zeeland. De Drie-Provinciëntocht was dus een betere naam geweest. Er werd twee keer gestopt voor koffie: de eerste keer in Dinteloord en de tweede keer natuurlijk bij De Maai! Het was weer een prachtige tocht met niet teveel wind en af en toe een aarzelend zonnetje.

Zondag 27 juni regende het iets voor achten behoorlijk hard, zodat John (weer present na zijn operatie) alleen Jan van Loon (altijd present) en Wim Mouws (weer present na zijn vakantie) mee kon nemen naar Wuustwezel. Daar zaten ze aan de koffie toen Willy met groep 2, zijnde Ad van Iersel, Jan Neelen en Pierre van Zinnen zich bij hen voegde. Samen reden ze daarna terug naar Huis ten Halve, zonder een druppel regen.