APRIL 2003
Zaterdag 5 april kon Louis Mouws met 18 man op stap voor zijn 150 km naar Tholen en St. Philipsland. Er stond een stevig windje en achteraan in de groep moesten dan ook regelmatig alle zeilen bijgezet worden om het tempo te kunnen volgen. Louis staat er immers om bekend met een hand op zijn rug zowel bij wind tegen als wind mee 29 km / u aan te kunnen houden. Dat Louis lek reed in een grote spijker was dan ook een zegen...In het vlakke Zeeuwse polderland hadden o.a. Twan van Oers en Cees van Dongen genoeg wind vergaard om terug in Roosendaal hun zakken vol te hebben.
Zondag 6 april gingen slechts 2 man met Pierre mee in de tweede groep. De vaste mensen uit de tweede groep hebben in het mooie voorjaar zoveel conditie opgedaan dat ze met gemak in de eerste groep mee kunnen. Alleen Jos Vermunt verwarde zijn loopconditie met zijn fietsconditie en haakte bij Oud-Gastel af. Vooraf zette Cees de 25 leden in de eerste groep flink op het verkeerde been door in westelijke richting weg te rijden. Via Heerle, Wouw, Kruisland, Fijnaart en Klundert werd toch Zevenbergen bereikt. Daar was het net spitsuur in het clubgebouw, zodat sommigen even op hun koffie moesten wachten en de dames achter de bar gingen stressen. Op de terugweg werd de route zo gekozen dat eerst de familie Van Krimpen keurig voor de deur afgezet werd. Daar reed Jac meteen ook lek en werd zijn band vervangen door Louis. Op de terugweg naar Huis ten Halve draaide de een na de ander af, zodat we tenslotte om kwart over 12 nog met 9 deelnemers arriveerden.
Zaterdag 12 april vroor het nog om 8 uur. De weersvoorspellingen
waren verder gunstig, met weinig wind, zon en oplopende temperaturen tot boven
de 10 graden. 12 Leden vergezelden Cees op de fiets en Cees van Dongen nam de
tassen en wielen mee in de volgauto. Cees en Toon Antens zetten zich van meet af
aan op kop, om die positie niet meer af te staan. Pas toen Toon bij Nieuwe Tonge
(na 160 km) een krampaanval op voelde komen gaf hij af. Pierre Laseroms loste
hem af tot De Heen en het laatste stuk nam Louis Mouws voor zijn rekening. Cees
van Sluijs had duidelijk de dag tevoren vrij gehad, want hij was niet van de kop
weg te slaan. 212 Km aan een stuk werd het tempo boven de 30 km per uur
gehouden, wat voor iedereen goed te behappen was. Bij het oprijden van de
Stormvloedkering verraste Jack van Zeggeren ons nog met een bezoekje. Tot
Renesse pikte hij bij ons aan en dat was wat hem betrof ook meteen ver genoeg:
als je het tempo van de tweede groep gewend bent is 7,5 km p/u sneller wel wat
veel van het goede... Met een voorsprong van 45 minuten op ons tijdschema van a.s.
zaterdag kwamen we in Roosendaal aan.
Zondag 13 april gingen 5 man met de tweede
groep op stap. Omdat Henk nog niet terug was, namen John en Willy de honneurs
waar. Natuurlijk ging het toen via Nieuwmoer, Wildert en Achtmaal. Groep 1 kwam
met 22 deelnemers bijna gelijk met hen aan bij Huis ten Halve . Zij hadden er 57
aaneengesloten kilometers op zitten toen ze terug waren van de verkenning.
Volgende week wordt er wel gerust bij de Moerse Bossen.
Zaterdag 19 april meldden zich 37 deelnemers voor onze 200 km
Midden-Zeelandtoer. Bij een ferme oostenwind hadden ze ook nog last van lage
temperaturen. Willy besloot toen we langs zijn huis kwamen, zich snel warmer aan
te gaan kleden. Net voorbij Oude Tonge haalde hij de groep pas weer bij! Daar
namen meteen Alfons, Leo, Simon en Jos afscheid van de groep, omdat ze op tijd
thuis moesten zijn. Zij pauzeerden net voor de Grevelingendam. De groep kon met
een lekker rugwindje nog even verder tot Colijnsplaat. Daar besloot een van de
Belgische deelnemers terug te keren naar Roosendaal. Bij de felle tegenwind zal
hij daar nog een hele kluif aan gehad hebben! Ook Cees en Toon hadden aan het
vervolg een hele kluif, maar dat gold eigenlijk voor iedereen. Alleen op kop is
het natuurlijk een graadje erger: voor hen geen voordeel van een snel gevormd
waaiertje! Petje af dat ze de groep zo keurig op tijd terug in Roosendaal
brachten. Met 31 fietsers bereikten ze het einddoel. Daar kon onze verzorger in
de volgwagen melden dat hij 4 lekke banden te behandelen had gehad.
Maandag
21 april gingen 3 man met de tweede
groep op stap. De eerste groep vertrok even later met 18 deelnemers. De eerste
helft tot de rust werd door Alfons en John het tempo precies op 25 km/u
gehouden, om alvast te wennen aan het tempo van volgende week. Dat was voor een
aantal mensen toch wel wennen. De voorzitter verzocht zelfs om een wat hoger
tempo bij het terugrijden naar Roosendaal. Natuurlijk staat in zo'n geval
de toercommissie meteen klaar om het tempo op te voeren. Snel ging het richting
30 km/u en in de "eindsprint" ging Kees Ruyten naar de 45 km/u.
Tevoren hadden we Essen wel links moeten laten liggen, want daar was een
jaarmarkt. Volgend jaar moeten we dus het einde aanpassen van deze verder mooie
rit. De eieren smaakten weer heerlijk bij terugkomst. Het totaal aantal
deelnemers bedroeg bij de 30 km-tocht 8 en voor de 60 km waren er 63 gegadigden.
Daarnaast kwam Bredania nog een sterritje afstempelen, zodat we mogen spreken
van een geslaagde dag.